Een kort Historisch Overzicht van Eerdere Artikelen op Foodlog over Grasland, Stallen en Ammoniak-saldering.

Even een kort historische overzichtje van eerdere artikelen op Foodlog: 

Ik concludeerde op 7 juli “We mogen concluderen dat de reductie van het aantal runderen op Schiermonnikoog geen verschil maakt voor de gemiddelde ammoniakconcentratie boven het eiland. We mogen daarom tevens voorzichtig concluderen dat het onwaarschijnlijk is dat lagere aantallen runderen de depositie op natuur verlagen. Wat niet extra in de lucht zit, kan er immers ook niet uitvallen. “, uitgeschreven in Meetdata bewijzen: reductie koeien heeft geen effect op ammoniakconcentratie in de lucht
, met daaronder 203 reacties. 

Vervolgens toonde ik op 17 juli enkele grafieken in De twee vragen die Nederland uit de stikstofcrisis kunnen halen, een grafiek met concentratie-metingen als functie van afstand van de stal. Daarnaast toonde ik de resultaten van een ‘eigen’ gaussian plume curve model. Dit model komt aardig overeen met de waarnemingen. 

In een derde artikel op op 24 juli met titel  RIVM lijkt ammoniakdepositie op erf boer flink te onderschatten, toonde ik aan dat de 5% depositie wel erg laag is. Hiervoor gebruikte ik een gaussian plume met depositie model op basis van depositie-data uit de literatuur. Daarnaast toonde ik een OPS berekening van de depositie rondom ‘een gemiddelde stal’. De hypothese was “De eerste simulatie-resultaten heb ik ondertussen al gezien, maar nu is het tijd voor checks en double checks. Ik blijf op basis van mijn kennis tot nu toe voorzichtig maar durf wel steeds nadrukkelijker de hypothese in stelling te brengen dat OPS de ammoniakconcentratie en daarmee de depositie in de eerste 500 meter onderschat. Dat betekent automatisch dat OPS een overschatting geeft op kilometerschaal van beide grootheden. Een logische consequentie hiervan is dat pakweg 40% tot 75% van de emissies ‘op het boerenland’ terecht komt en niet de 4-5% die het RIVM al jaren presenteert.” Ik weet het een boute uitspraak.

Op 18 september gaf ik aan dat de UvA een fout heeft gemaakt, ik weet inmiddels waar de onwaarschijnlijke conclusie van de UvA op gebaseerd is. En als je daarvoor corrigeert kom je uit op 27% voor de stalbijdrage (en daarbovenop moet je emissie/depositie van grasland tellen).

Op 28 september starte ik daarom de discussie “wat is er nu aan de hand boven grasland”? Gras groeit niet vanzelf – melkveehouders help mee dat te bewijzen. Ik vroeg om hulp en kreeg deze. Op basis van bijna 45 KLW heb ik de ammoniakbalans kunnen maken per bedrijf. In vrijwel alle gevallen is deze tussen de 45% en 70%. Aangezien de KLW ‘geheim’ zijn, heb ik besloten een generiek artikel te schrijven (Ammoniak uit melkveestallen bemest belangrijk deel land boer en buur). Uit dit laatste artikel:

“De tabel in de tekstbox hierboven maakt aannemelijk dat melkveehouders – en hun buren die eveneens melkveehouders of akkerbouwers kunnen zijn – een substantieel deel van de emissies uit stallen weer opnemen in hun gewas. Met minder grasland maar wel een emissieloze stal, de nieuwe bemestingsnorm en bijbehorende emissies, is dit 35%. Dat betekent dat 65% van alle emissies buiten het bedrijf zullen terechtkomen. Bij voldoende grasland, een oudere stal, en meer emissies gebaseerd op de huidige derogatie kan dit oplopen tot 75%. In dit geval zal 25% van de emissies buiten het bedrijf terechtkomen. In elk geval is de opname per bedrijf fors groter dan de officiële 4% waar het RIVM al jaren meer rekent. Met de bijgesloten excel-file kan de lezer zelf verschillende scenario’s doorrekenen.”

Kortom, de 4-5% van RIVM is onwaarschijnlijk. 30%-75% is reëler.

Plaats een reactie