In een baanbrekende uitspraak op 22 januari 2025 heeft de rechtbank in Den Haag de Nederlandse Staat veroordeeld voor het niet tijdig behalen van wettelijke stikstofdoelen. De zaak was aangespannen door Greenpeace, dat betoogde dat de overheid tekortschiet in het beschermen van stikstofgevoelige natuurgebieden. De rechter ging grotendeels mee in de argumenten van Greenpeace en verplicht de Staat nu tot versnelde maatregelen, onder dreiging van een hoge dwangsom.
De eis van Greenpeace
Greenpeace stelde dat de Nederlandse overheid onrechtmatig handelt door de natuur in de beschermde Natura 2000-gebieden onvoldoende te beschermen tegen stikstofneerslag. Volgens de milieuorganisatie dreigen veel dier- en plantsoorten te verdwijnen als er geen drastische stikstofreducties plaatsvinden. De organisatie eiste dat de overheid:
- 75% van de kwetsbare natuur voor eind 2025 onder de Kritische Depositiewaarde (KDW) brengt.
- Als minimumdoelstelling in 2025 40% en in 2030 50% van de stikstofgevoelige natuur onder de KDW brengt, conform de Stikstofwet.
- Forse reducties in de landbouw en industrie doorvoert om deze doelen te halen.
Verweer van de Staat
De Nederlandse Staat verweerde zich door aan te voeren dat het nemen van zulke maatregelen politiek van aard is en dus buiten de bevoegdheid van de rechter valt. De Staat stelde verder dat er al veel beleid in gang is gezet, zoals vrijwillige opkoopregelingen voor boeren en technologische innovaties in de landbouwsector. Tijdens de zitting benadrukte de landsadvocaat dat zelfs drastische maatregelen, zoals de gedwongen sluiting van duizenden bedrijven, onvoldoende zouden zijn om de stikstofdepositie binnen de KDW te krijgen vanwege grensoverschrijdende stikstofuitstoot.
Uitspraak: Staat handelt onrechtmatig
De rechtbank oordeelde echter dat de Staat onvoldoende actie onderneemt om de verslechtering van stikstofgevoelige natuur te stoppen en de wettelijke stikstofdoelen te behalen. Het vonnis stelt:
- De Staat is verplicht om de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden terug te dringen, conform de Habitatrichtlijn en de Stikstofwet.
- Voor eind 2030 moet minstens 50% van de stikstofgevoelige natuur onder de KDW worden gebracht.
- Er moet prioriteit worden gegeven aan de meest kwetsbare natuurgebieden, wat betekent dat de huidige aanpak moet worden aangescherpt.
Als de Staat deze doelstellingen niet haalt, volgt een dwangsom van 10 miljoen euro.
Directe uitvoering vereist
De rechter benadrukte dat dit vonnis direct moet worden uitgevoerd, zelfs als de Staat in hoger beroep gaat. Dit legt extra druk op de overheid om snel met concrete maatregelen te komen. De beslissing onderstreept de urgentie van stikstofreductie, waarbij het huidige beleid volgens de rechtbank niet toereikend is.
Reacties op het vonnis
Greenpeace toonde zich tevreden met het oordeel, maar waarschuwde dat de daadwerkelijke uitvoering van het vonnis kritisch gevolgd zal worden. “Dit is een overwinning voor de natuur, maar het werk is nog niet gedaan,” aldus een woordvoerder van Greenpeace.
De Staat reageerde terughoudend. Een woordvoerder van het kabinet zei: “We nemen de uitspraak serieus en zullen deze zorgvuldig bestuderen. Tegelijkertijd blijven we werken aan maatregelen die zowel effectief als haalbaar zijn.”
Gevolgen voor de landbouw en industrie
De uitspraak impliceert dat de overheid ingrijpender zal moeten optreden in sectoren zoals de landbouw en industrie. Dit kan leiden tot gedwongen opkoopregelingen voor boerenbedrijven en strengere regels voor industriële uitstoot. Vooral het schrappen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) heeft de positie van de overheid verzwakt, omdat veel provinciale plannen en financiering hierdoor zijn weggevallen.
Wat betekent dit voor de toekomst?
De uitspraak markeert een keerpunt in het Nederlandse stikstofbeleid. Het kabinet zal nu concrete stappen moeten zetten om verdere achteruitgang van stikstofgevoelige natuur te voorkomen. De tijdsdruk is groot: met slechts vijf jaar tot 2030 rest de overheid weinig ruimte om uitstelbeleid te voeren. Ondertussen lijkt de kans op escalatie van maatschappelijke spanningen tussen boeren, industrie en milieuorganisaties groot.
Deze uitspraak laat zien dat de rechterlijke macht bereid is de overheid ter verantwoording te roepen wanneer wettelijke doelen niet worden gehaald. Het dwingt Nederland tot een intensiever debat over de balans tussen economische ontwikkeling en natuurbehoud.

Plaats een reactie