Politieke opinie van De Vries et.al. (WUR): Emissieplafonds in de wet: het stikstofmoeras uit of verder erin?

Opnieuw zet een rechterlijke uitspraak het Nederlandse stikstofbeleid op scherp. Op 22 januari 2025 oordeelde de rechtbank dat de Staat het wettelijk vastgelegde stikstofdoel voor 2030 moet halen: ten minste 50% van de stikstofgevoelige natuur moet onder de Kritische Depositiewaarde (KDW) worden gebracht. Deze uitspraak brengt niet alleen een enorme beleidsdruk met zich mee, maar roept ook vragen op over de haalbaarheid en effectiviteit van de huidige regelgeving.

Een groep wetenschappers van Wageningen University & Research (WUR), onder leiding van professor Wim de Vries, pleit in een nieuw beleidsadvies voor een fundamentele koerswijziging. Hun boodschap: de KDW moet uit de wet, en Nederland moet overstappen op emissiebeleid met harde emissieplafonds. Maar is dit werkelijk de oplossing, of slechts een nieuwe benadering van een fundamenteel probleem?

Van een bewegend doel naar harde emissiegrenzen

De Vries en zijn collega’s stellen dat de KDW als beleidsinstrument faalt. Sinds de invoering van de Wet stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn) in 2021 is gebleken dat de KDW geen stabiele doelstelling biedt. Nieuwe wetenschappelijke inzichten hebben geleid tot een verlaging van de KDW voor veel habitattypen en een herberekening van de stikstofdepositie, die 7% hoger bleek te liggen dan eerder aangenomen. Hierdoor is de oorspronkelijk beoogde stikstofreductie van 26% niet langer voldoende; de benodigde reductie loopt nu op tot 55-65%, en in sommige gebieden zelfs tot 80%. Dit betekent dat zonder extra maatregelen het wettelijke doel onhaalbaar is, met vergaande consequenties voor de landbouw, industrie en mobiliteit.

Het alternatief van De Vries c.s. is een wettelijk vastgelegd emissieplafond per sector, waarbij boeren en andere stikstofuitstoters een directe emissiebeperking opgelegd krijgen. Dit zou beter aansluiten bij de internationale aanpak, aangezien EU-lidstaten werken met nationale emissieplafonds.

Is emissiebeleid de gouden oplossing?

De redenering achter een overstap naar emissiebeleid is begrijpelijk: het biedt bedrijven en boeren meer rechtszekerheid en voorkomt dat voortdurend veranderende wetenschappelijke inzichten beleidsdoelen onhaalbaar maken. Toch roept dit nieuwe beleidsadvies een aantal fundamentele vragen op.

  1. Blijft de ecologische basis overeind?
    Het stikstofbeleid is in de eerste plaats gericht op natuurbescherming. De KDW is een directe maat voor de stikstofbelasting op natuurgebieden. Hoewel de erfenis van historische stikstofdepositie inderdaad een factor is, blijft het verlagen van de daadwerkelijke depositie een essentiële doelstelling. Een generiek emissiebeleid zonder harde garantie op verbeterde natuurkwaliteit kan juridisch en ecologisch een zwakkere positie opleveren.
  2. Wat betekent dit voor boeren?
    Emissieplafonds per bedrijf klinken als een heldere oplossing, maar ze zijn niet zonder uitdagingen. De daadwerkelijke emissies kunnen sterk fluctueren afhankelijk van het management, weersomstandigheden en technologische innovaties. Hoe wordt gehandhaafd dat een bedrijf onder zijn plafond blijft? Hoe worden metingen uitgevoerd en wat betekent dit voor vergunningverlening?
  3. Zijn universiteiten beleidsmakers?
    Een bredere vraag is waarom wetenschappers van een universiteit zoals WUR beleidsadviezen opstellen die direct ingrijpen in politieke besluitvorming. Universiteiten zouden zich moeten richten op onderzoek en kennisoverdracht, en niet op beleidsvorming. De voorstellen van De Vries c.s. zijn niet enkel een academische evaluatie van het stikstofbeleid, maar een actief beleidsplan dat de richting van de overheid wil bepalen. Dit roept de vraag op in hoeverre universiteiten onafhankelijk blijven in hun advisering, zeker gezien de politieke lading van het stikstofdossier.

Conclusie: oplossing of verschuiving van het probleem?

Het voorstel om de KDW uit de wet te halen en te vervangen door een emissiebeleid is een interessant alternatief dat meer stabiliteit en voorspelbaarheid kan brengen in het stikstofdossier. Het biedt boeren en bedrijven mogelijk een duidelijker perspectief, zonder de onzekerheden van een voortdurend bewegend doel. Tegelijkertijd blijft het de vraag of de ecologische bescherming hierdoor niet verzwakt wordt, en of het werkelijk de economische en juridische conflicten rond stikstof zal oplossen.

Wat in elk geval duidelijk is: het Nederlandse stikstofbeleid zit muurvast. De uitspraak van de rechter dwingt de politiek tot keuzes. Wordt de huidige koers voortgezet, met steeds strengere eisen om aan de KDW te voldoen? Of wordt er daadwerkelijk een nieuw pad ingeslagen met emissieplafonds als sturend mechanisme? En hoe verhoudt de wetenschap zich tot de politiek in dit dossier?

De komende maanden zullen uitwijzen of Nederland inderdaad uit het stikstofmoeras komt – of er dieper in wegzakt.

Plaats een reactie