Wie betaalt de rekening voor stikstofreductie? Een parabel over duurzaamheid, kosten en baten in de landbouw

In 2013 schreef ik een artikel op Foodlog over hoe duurzaamheid in de voedselketen vaak vastloopt op de financiële verdeling van kosten en baten. Het ging over een technologische innovatie die de houdbaarheid van versproducten kon verlengen. Een verbetering met duidelijke voordelen: minder voedselverspilling en een efficiëntere distributie. Maar er zat een addertje onder het gras. De investering moest worden gedaan door de producent, terwijl de besparingen vooral bij de supermarktketens terechtkwamen. Het resultaat? De technologie werd niet toegepast in Nederland, maar vond later wél zijn weg naar het buitenland, waar een andere marktpartij de investering wél wilde dragen.

Deze dynamiek zien we nu terug in de stikstofcrisis. De overheid, het publiek en de politiek willen emissies reduceren, maar wie betaalt daarvoor? De boeren staan onder druk om te verduurzamen, maar de financiële voordelen gaan grotendeels naar andere partijen in de keten: de melkfabrieken en de retail.

Het probleem: kosten bij de boer, voordelen bij de keten

Een boer die investeert in emissiearme technieken verhoogt zijn kostprijs per liter melk. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het gebruik van luchtwassers, emissiearme vloeren of aangepaste voeding. De boer draait op voor de extra kosten, maar heeft geen garantie dat hij een hogere prijs krijgt voor zijn melk. Sterker nog, de marktprijs wordt bepaald door de grote afnemers – de melkfabrieken en retailers – en die zien de investering van de boer niet als hun probleem.

Net zoals in het houdbaarheidsvoorbeeld uit 2013 heeft de supermarkt (of in dit geval de melkfabriek) vooral belang bij het eindresultaat: een duurzamer imago, een lagere ecologische voetafdruk en mogelijk betere exportmogelijkheden. Maar de noodzakelijke investeringen? Die worden niet automatisch gedeeld met de boer. Het gevolg: boeren blijven zitten met hogere kosten en een onzekere toekomst.

Vergelijking met het kip-ei probleem van vergunningen

Dit vraagstuk staat niet los van een ander groot probleem in de stikstofdiscussie: het vergunningensysteem. We hebben eerder het kip-ei probleem besproken: bedrijven kunnen geen vergunning krijgen zonder emissiereductie, maar krijgen geen financiering zonder zekerheid over die vergunning. In de praktijk betekent dit dat boeren niet kunnen of willen investeren in stikstofreductie, omdat de economische prikkels verkeerd liggen.

Subsidies lossen het probleem niet zomaar op

Een veelgehoorde reactie op dit probleem is: “Maar er zijn toch subsidies beschikbaar?” Dat klopt, maar subsidies zijn vaak tijdelijk en gericht op de investering zelf, niet op de structurele kostenverhoging van duurzame bedrijfsvoering. Bovendien brengen subsidies onzekerheden met zich mee: ze veranderen met kabinetswisselingen en kunnen bureaucratische verplichtingen met zich meebrengen die de winst deels weer tenietdoen.

Oplossingen?

Als we serieus werk willen maken van stikstofreductie zonder boeren financieel te wurgen, moeten we nadenken over structurele oplossingen zoals:

  1. Kostprijsverrekening in de keten – Boeren moeten een hogere melkprijs krijgen als zij investeren in emissiereductie, net zoals supermarkten zouden moeten betalen voor een technologie die hun derving verlaagt.
  2. Langdurige contracten – Melkfabrieken kunnen langetermijncontracten aanbieden met een premie voor duurzamere productie, in plaats van enkel tijdelijke subsidies.
  3. Eerlijke verdeling van subsidies – Subsidies moeten niet alleen investeringen dekken, maar ook bijdragen aan compensatie voor structurele kostenverhogingen.

De vraag blijft: wie neemt het voortouw? Zolang verduurzaming vooral een financiële last is voor de boer, en de rest van de keten profiteert zonder te betalen, zal er weinig veranderen. In het buitenland zien we dat marktdynamieken soms sneller in beweging komen – net zoals bij de houdbaarheidstechnologie in 2013. Gaan we weer wachten tot een buurland het voortouw neemt, of gaan we eindelijk de keten eerlijker inrichten en gaan we vooral voorkomen dat de boer de dupe wordt?

Plaats een reactie