Een beter model voor ammoniakemissie: hoe pH, temperatuur én zoutbelasting samen de uitstoot bepalen

Zie ook TAN, temperatuur en pH: de vergeten factoren achter ammoniakuitstoot uit mest. Met dank aan Peter VanHoof! of lees het volledige Rapport over aanzuren op ResearchGate en Addendum. In dit artikel ook een kleine preview van een ammoniak-app waarmee je kan voorspellen hoeveel ammoniak uit mest vrijkomt.

In de meeste modellen voor ammoniakemissie uit mest wordt aangenomen dat de uitstoot primair afhankelijk is van de pH en temperatuur van de mest. Hoewel dat klopt, is het beeld niet volledig. Nieuwe inzichten tonen aan dat ook de elektrische geleidbaarheid (EC) – een maat voor de zoutbelasting of ionenconcentratie in de mest – invloed heeft op het chemisch evenwicht tussen ammonium (NH₄⁺) en ammoniak (NH₃). Door EC mee te nemen in de berekeningen wordt het mogelijk om preciezere inschattingen te maken van de emissies. Dat is relevant voor beleidsmakers, adviseurs én boeren die gericht willen reduceren.

Het klassieke model: pH en temperatuur

De basisreactie die ten grondslag ligt aan ammoniakemissie is:

Bij een lage pH (zuur milieu) blijft stikstof grotendeels in de NH₄⁺-vorm, die in de mestoplossing blijft. Bij een hogere pH verschuift het evenwicht naar de rechterkant: meer NH₃ komt vrij en kan als gas ontsnappen.

De temperatuur versterkt dit effect. Hogere temperaturen verlagen de oplosbaarheid van NH₃ in water en versnellen de reactiesnelheid, waardoor de uitstoot toeneemt. In het klassieke model wordt de verhouding tussen NH₃ en NH₄⁺ berekend met:

De vergeten factor: elektrische geleidbaarheid

Naast pH en temperatuur speelt ook de ionsterkte een rol – in de praktijk vaak gemeten als elektrische geleidbaarheid (EC) in mS/cm. Deze ionsterkte beïnvloedt de zogenaamde activiteitscoëfficiënt van ionen zoals H⁺. In oplossingen met hoge EC is de effectiviteit (activiteit) van H⁺ lager, wat het chemisch evenwicht verschuift richting meer gasvormige ammoniak.

Concreet betekent dit dat mest met veel opgeloste zouten (zoals natrium, kalium, ammoniumzouten) bij gelijke pH en temperatuur tóch méér ammoniak uitstoot.

Het uitgebreide model: inclusief EC

Wat dit betekent in de praktijk

Een rekenvoorbeeld laat het verschil zien. Stel:

  • pH = 7,4
  • temperatuur = 20 °C
  • EC = 15 mS/cm

Dan is de geschatte ammoniakfractie:

  • Zonder EC-correctie: 0,98% van TAN
  • Met EC-correctie: 1,59% van TAN

Dat is een verschil van meer dan 60%, enkel door de zoutbelasting van de mest.

Wanneer is het effect relevant?

EC (mS/cm)Effect op pKaGevolg
< 10VerwaarloosbaarGeen praktische invloed
10–20Klein effectTot 2–3% meer NH₃
> 20Meetbaar effect5–10% extra NH₃ mogelijk

De effecten zijn vooral relevant in:

  • Mesten met veel ureum, natrium of kalium
  • Digestaten of geconcentreerde varkensmest
  • Situaties waar nauwkeurige emissiereductie belangrijk is

Voor wie is dit belangrijk?

  • Boeren die willen sturen op mestkwaliteit (bijv. via voersamenstelling)
  • Beleidsmakers die emissiemetingen of -inschattingen gebruiken als onderbouwing voor regelgeving
  • Onderzoekers en modelbouwers die emissiefactoren willen verfijnen
  • Adviseurs die helpen bij precisiebemesting en kringloopsluiting

Besluit: meten, modelleren en begrijpen

Het klassieke model geeft een goede eerste inschatting, maar het uitgebreide model met EC biedt een betere benadering van de werkelijkheid. Door pHtemperatuur én EC te meten, kunnen we niet alleen preciezer voorspellen, maar ook gerichter reduceren. Dat is hard nodig in een tijd waarin elke kilo ammoniak telt — voor het milieu én voor de boer.

Plaats een reactie