Stikstofdebat 22 mei 2025: Uitstel, verwarring en een tanende geloofwaardigheid aldus de zuurdere VK en NRC

Hoe kijken deze Bronnen: VolkskrantNRC naar het debat? Duidelijk zijn deze mainstream media bedrijven wat zuurder dan de eigen observaties van Wouter de Heij die live aanwezig was bij het stikstofdebat. Hier een samenvatting op basis van het NRC en het VK artikel:

Na maanden van politieke beloftes, startpakketten en ministeriële commissies, stond donderdagavond 22 mei opnieuw een Kamerdebat over het stikstofdossier op de agenda. Wat hoopvol begon met het idee van een “nieuwe bestuurscultuur” en “daadkrachtig leiderschap” eindigde voor velen in het zoveelste hoofdstuk van uitstel, vaagheid en bestuurlijke verwarring.

Premier Dick Schoof nam voor het eerst persoonlijk deel aan het landbouw- en stikstofdebat, in zijn rol als voorzitter van de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel (MCEN). Zijn aanwezigheid moest vertrouwen uitstralen. In plaats daarvan gaf hij ruiterlijk toe dat hij het stikstofprobleem „veel weerbarstiger” had ingeschat dan gedacht. Inhoudelijke vragen schoof hij door naar minister Femke Wiersma (BBB), die zich op haar beurt nauwelijks inhoudelijk liet vastpinnen op concrete beleidsmaatregelen.

Een startpakket vol stilstand

Het debat draaide grotendeels om het zogeheten “startpakket” dat eind april werd gepresenteerd. Volgens Schoof en Wiersma is dit pakket een „belangrijke eerste stap”. Maar buiten de coalitie klinkt harde kritiek. Werkgevers, provincies en zelfs de landsadvocaat betwijfelen of het pakket juridisch houdbare vergunningverlening mogelijk maakt. Het bedrijfsleven spreekt van een “gijzeling”, waarbij miljardenprojecten in de Rotterdamse haven opnieuw vertraging oplopen.

D66-Kamerlid Anne-Marijke Podt noemde het kabinetsbeleid “een leeg verhaal dat steeds opnieuw wordt verteld”. Laura Bromet (GroenLinks-PvdA) sprak van een “floppakket”, en Pieter Grinwis (ChristenUnie) vroeg zich openlijk af of de premier niet teleurgesteld is in het resultaat van zijn eigen commissie. Zelfs CDA-Kamerlid Eline Vedder gaf aan dat haar beeld “niet strookt” met de tevreden toon van het kabinet.

De rekensom van de ondergrens

Opmerkelijk was de hernieuwde aandacht voor de “rekenkundige ondergrens”, een juridische drempelwaarde waaronder stikstofemissies niet langer vergunningsplichtig zouden zijn. Premier Schoof gaf toe dat het kabinet voornemens is deze ondergrens binnen enkele maanden in te voeren, ondanks het ontbreken van een structureel stikstofreductieplan. Dat zou pas “op termijn” komen.

Dit is een riskante koers: in 2019 oordeelde de Raad van State al dat dit soort redeneringen – eerst toestaan, dan reduceren – juridisch ondeugdelijk zijn. Vrijwel alle juridische experts waarschuwen nu opnieuw dat deze route alleen houdbaar is als er eerst substantiële daling van stikstofdepositie wordt gerealiseerd. Maar dat lukt niet zolang het kabinet weigert om boeren tot reducties te verplichten. Vrijwilligheid regeert.

BBB en de macht van stilstand

Politiek draait alles momenteel rond BBB-minister Wiersma. Terwijl VVD en NSC in eerdere debatten hun ongeduld uitten over het gebrek aan actie, klonken hun bijdragen donderdagavond opmerkelijk mild. Woordvoerders Thom van Campen (VVD) en Harm Holman (NSC) herhaalden vooral dat Wiersma nu snel met wetsvoorstellen moet komen, maar steunden haar verder onvoorwaardelijk. Volgens de Volkskrant komt dat omdat VVD en NSC geen kabinetscrisis willen riskeren – en dus de lijn van BBB accepteren. “De hele samenleving wordt gegijzeld door twee bewindspersonen van BBB”, aldus Bromet.

De interne spanning binnen het kabinet werd ook zichtbaar in de patstelling tussen Wiersma en VVD-minister Eelco Heinen van Financiën. Heinen wil geen miljarden toezeggen zonder hard reductieplan; Wiersma wil geen plan presenteren zonder financiële garanties. Ondertussen gebeurt er niets.

Waar blijft het leiderschap?

De motie van afkeuring van GroenLinks-PvdA, D66, Volt en de Partij voor de Dieren tegen Wiersma werd door BBB en SGP weggewuifd. Caroline van der Plas stelde dat haar partij juist de “grootste doorbraak in jaren” heeft bereikt: de rekenkundige ondergrens. Maar zonder bredere politieke steun en zonder juridisch fundament lijkt dit eerder een schijnoplossing dan een echte uitweg.

De hamvraag blijft: kiest het kabinet opnieuw voor juridische fictie om tijdelijke ademruimte te creëren, of durft het eindelijk fundamentele keuzes te maken – óók als die pijnlijk zijn?

Op Prinsjesdag – weer een nieuw uitstelmoment – moet het kabinet met echte maatregelen komen. De geloofwaardigheid staat op het spel. Niet alleen die van minister Wiersma of premier Schoof, maar van de hele bestuurscultuur die Nederland door deze crisis moet leiden.

Plaats een reactie