Proefboerderij De Marke laat forse reductie van ammoniakemissie zien: -57% in vijf jaar

Op proeflocatie De Marke in Hengelo (Gld.) is in vijf jaar tijd een indrukwekkende reductie van 57% in ammoniakemissie gerealiseerd. Dit resultaat toont aan dat een combinatie van gerichte managementmaatregelen en technische aanpassingen op bedrijfsniveau wél degelijk kan leiden tot substantiële emissiereductie, zonder dat dit ten koste hoeft te gaan van de melkproductie of het economisch rendement van het bedrijf.

Context: proefbedrijf met praktijk.

De Marke is onderdeel van Wageningen Livestock Research en functioneert al jaren als praktijkgericht onderzoekbedrijf voor melkveehouderij op zandgrond. Het bedrijf richt zich op kringlooplandbouw, emissiebeperking en het sluiten van mineralenkringlopen. De resultaten uit het project “Marke2020” (gestart in 2018) tonen nu empirisch aan dat stapsgewijze en integrale bedrijfsaanpassingen meetbaar effect hebben op de stikstofuitstoot in de vorm van ammoniak. De praktische tips voor minder ammoniakemissie in de stal

  1. Houd de vloer schoon Ammoniak ontstaat zodra urine mest raakt. Regelmatig schoonmaken voorkomt deze reactie en verlaagt de emissie direct.
  2. Gebruik een mestschuif Laat de mestschuif minstens één keer per uur lopen. Zo worden mest en urine snel verwijderd en is er minder omzetting van ureum naar ammoniak.
  3. Sproei water op de vloer Door de vloer nat te houden, verdun je de urine en verlaag je de urease-activiteit. Dit remt de ammoniakvorming. Sproeien werkt vooral goed in de zomer en kan tot 40% reductie opleveren.
  4. Beperk overmatige ventilatie Te veel ventilatie trekt ammoniak uit de mest. Draai in de koudere maanden ’s avonds de gordijnen dichter om temperatuurschommelingen en luchtstromen te beperken.
  5. Houd de stal koel Hoge temperaturen versnellen ammoniakvorming. Dakisolatie en waterverneveling helpen de temperatuur en microbiële activiteit te verlagen.

Samenspel van maatregelen als sleutel tot succes

De ammoniakreductie op De Marke is niet het gevolg van één enkele maatregel, maar van een pakket aan ingrepen. De belangrijkste daarvan zijn:

  • Aanpassing van het voersysteem, gericht op minder ruw eiwit in het rantsoen.
  • Efficiëntere benutting van drijfmest via toediening onder optimale omstandigheden en met geschikte technieken (o.a. sleufkouterinjectie).
  • Betere opslag en verwerking van mest.
  • Gerichte beweiding, waarbij de ammoniakverliezen in de stal worden beperkt.
  • Beperking van kunstmestgebruik, door een verhoogde benutting van dierlijke mest.

Daarnaast is veel aandacht besteed aan monitoring en datagedreven sturen. Zowel de input (voeding, mestgift) als de output (emissiemetingen, bodemanalyses) zijn nauwkeurig bijgehouden.

Figuur 1. Ammoniakemissie per dierplaats in 2020 en 2024
Figuur 2. Optimale CO2 concentratie per gegeven buitentemperatuur.

Effecten op ammoniak, maar ook op nitraatuitspoeling

Naast ammoniak is ook gekeken naar nitraatuitspoeling naar het grondwater, een ander belangrijk milieuthema op zandgronden. In het project is gebleken dat de stikstofbenutting op het bedrijf aanzienlijk is verbeterd, met als gevolg minder nitraatverliezen en een hogere efficiëntie in de stikstofkringloop.

De stikstofoverschotten in het systeem zijn gedaald, zonder dat dit ten koste ging van de melkproductie of de voederwinning per hectare. De benutting van stikstof (NB) ligt momenteel rond de 40%, wat relatief hoog is voor een melkveebedrijf op zandgrond.

Belang voor beleid: systeemaanpak werkt

De resultaten van De Marke hebben bredere implicaties voor het Nederlandse stikstofbeleid. Ze laten zien dat een bedrijfsspecifieke en integrale aanpak kan leiden tot aanzienlijke reducties van emissies zonder directe productievermindering of economische schade.

In plaats van generieke regelgeving of gedwongen opkoopmaatregelen, biedt dit voorbeeld perspectief voor gebiedsgerichte maatregelen waarbij maatwerk en kennisimplementatie centraal staan.

De onderzoekers van Wageningen UR pleiten dan ook voor verbrede toepassing van deze kennis op andere bedrijven. Schaalgrootte, grondsoort, en bedrijfsinrichting zullen uiteraard van invloed zijn op het exacte effect, maar het principe van systemisch sturen op stikstof is breed toepasbaar.

Kritische noten: overdraagbaarheid en monitoring

Hoewel de resultaten bemoedigend zijn, moet men wel kritisch blijven op de overdraagbaarheid van deze aanpak naar andere bedrijven. De Marke beschikt over veel kennis, ondersteuning en een hoge mate van meetcapaciteit. In de praktijk is het voor reguliere bedrijven lastiger om dezelfde mate van monitoring en precisie toe te passen.

Daarom is het van belang dat beleidsmakers en kennisinstellingen zorgen voor laagdrempelige kennisdeling, praktische handreikingen en eventueel financiële ondersteuning voor bedrijven die met vergelijkbare maatregelen willen werken.

Conclusie

De aanpak op De Marke toont aan dat gerichte, systemische sturing op stikstof werkt. De reductie van 57% ammoniakemissie in vijf jaar tijd is niet alleen technisch mogelijk, maar ook economisch haalbaar. Voor de stikstofdiscussie in Nederland – vaak gekenmerkt door polarisatie tussen ‘opkoop’ versus ‘niets doen’ – biedt dit voorbeeld een derde weg: een inhoudelijke, praktijkgerichte en oplossingsgerichte benadering van stikstofemissies.

Bronnen:

Plaats een reactie