In de discussies over stikstofbeleid in Nederland vallen regelmatig de termen ‘rekenkundige ondergrens’ en ‘drempelwaarde’. Hoewel ze in het dagelijks taalgebruik soms door elkaar worden gebruikt, betekenen ze in de juridische en beleidspraktijk iets wezenlijk anders. Dit artikel legt uit wat beide begrippen inhouden, hoe ze werken en waarom het verschil ertoe doet.
Wat is een rekenkundige ondergrens?
Een rekenkundige ondergrens is een cijfermatige grens die aangeeft welke berekende effecten zo klein zijn dat ze niet langer meegenomen hoeven te worden in de vergunningverlening of de toetsing aan natuurregels. In het Nederlandse stikstofbeleid gaat het dan om de stikstofneerslag (depositie) op een Natura 2000-gebied.
Een voorbeeld: op dit moment ligt die rekenkundige ondergrens op 0,005 mol per hectare per jaar. Dat is minder dan een halve gram stikstof per hectare per jaar. De gedachte achter zo’n ondergrens is dat effecten onder dit niveau zo klein zijn dat ze:
- met rekenmodellen niet meer betrouwbaar vast te stellen zijn, en
- ecologisch gezien verwaarloosbaar zijn.
Door zo’n ondergrens toe te passen, hoeven projecten met een stikstofeffect lager dan de grens geen vergunning aan te vragen. Het gaat dus puur om de rekenuitkomst: wat komt er uit het model?
Wat is een drempelwaarde?
Een drempelwaarde is een beleidsgrens die aangeeft tot welk niveau van stikstofdepositie de overheid bepaalde activiteiten op voorhand toelaatbaar acht, ook al kan het effect hoger zijn dan de rekenkundige ondergrens.
Een drempelwaarde is dus:
- niet direct gebonden aan de rekenfoutmarge van een model, maar een beleidskeuze.
- bedoeld als praktische grens waaronder een activiteit niet apart hoeft te worden beoordeeld op natuurimpact, mits de overheid kan aantonen dat de natuur als geheel voldoende beschermd blijft.
Een voorbeeld uit het verleden is de PAS-drempelwaarde, die tot 2019 bepaalde dat projecten met een stikstofbijdrage lager dan 1 mol per hectare per jaar geen individuele vergunning nodig hadden. Het PAS (Programma Aanpak Stikstof) moest dan garanderen dat de totale natuurschade elders gecompenseerd werd. Het Europese Hof en de Raad van State hebben deze werkwijze destijds ongeldig verklaard, omdat de compensatie onvoldoende gegarandeerd was.
Belangrijk verschil in praktijk en rechtspraak
- Rekenkundige ondergrens: gaat over de technische nauwkeurigheid van metingen en berekeningen. Het is in wezen een technische afkapgrens om ruis in modellen te voorkomen.
- Drempelwaarde: is een bestuurlijke of politieke keuze. Het is een regelgrens die bepaalt hoeveel impact nog ‘acceptabel’ is zonder individuele toetsing, en vergt altijd juridische borging dat de natuur er niet op achteruitgaat.
Het is dus mogelijk dat een land zowel een rekenkundige ondergrens als een beleidsmatige drempelwaarde hanteert. In Duitsland en Vlaanderen bijvoorbeeld bestaan beide begrippen naast elkaar. In Nederland is de discussie over deze grenzen extra beladen, omdat het stikstofbeleid jarenlang grotendeels leunde op drempelwaarden die achteraf juridisch onhoudbaar bleken.
Waarom speelt dit nu opnieuw?
De recente stap van minister Wiersma (juni 2025) om de rekenkundige ondergrens te verhogen naar 1 mol per hectare per jaar is bijzonder: zij combineert de techniek (rekenkundige ondergrens) met een beleidsdoel (verlichting voor boeren en bouwers) en neemt daarbij het risico dat de rechter dit alsnog ziet als een niet toegestane drempelwaarde, zolang natuurherstel niet hard kan worden bewezen.
Conclusie
Samengevat:
- Ondergrens = technische grens → wat neem je nog serieus in een model?
- Drempelwaarde = beleidsgrens → tot waar mag je zonder vergunning bouwen of boeren?
Het onderscheid lijkt klein, maar is juridisch van groot belang en bepaalt mede hoe houdbaar stikstofbeleid in de praktijk is.

Plaats een reactie