Afgelopen week verschenen er talrijke berichten in de media waarin gesteld werd dat de Nederlandse landbouw de grootste milieuvervuiler van het land is. De berichtgeving baseerde zich op een recent rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), waarin de milieuschade van verschillende sectoren in kaart is gebracht. Maar wie het rapport goed leest, ziet dat er in de media een belangrijke nuance is weggevallen: het PBL spreekt over primaire landbouw — de directe productie op het boerenbedrijf — en niet over de hele agrarische keten.
Deze verwarring heeft tot een vertekend beeld geleid. Door het begrip “landbouw” generiek te gebruiken, zijn burgers opnieuw verkeerd geïnformeerd. Het gevolg: een negatieve framing van de sector, terwijl die in werkelijkheid veel complexer en veelzijdiger is.
Een kleine sector met een grote keten
De veel geciteerde uitspraak dat de landbouw slechts 1,4% bijdraagt aan het bruto binnenlands product (bbp), klopt alleen wanneer men puur naar de primaire landbouw kijkt. Maar de Nederlandse agrifoodsector is veel meer dan de boer alleen. Die 1,4% is het fundament van een keten die onder andere voedselverwerking, logistiek, technologie en export omvat.
Volgens cijfers van Wageningen Economic Research (WUR) en het CBS is de totale bijdrage van de agrifoodketen aan het Nederlandse bbp circa 8%. In 2023 bedroeg de exportwaarde van landbouwgoederen en voedselproducten ruim 128,9 miljard euro, waarmee Nederland na de Verenigde Staten de tweede landbouwexporteur ter wereld is.
Vervuiling in perspectief
Dat landbouw milieuschade veroorzaakt, valt niet te ontkennen. Ammoniakemissies, broeikasgassen zoals methaan, stikstofuitspoeling en biodiversiteitsdruk zijn reële uitdagingen. Maar deze emissies moeten wel in context geplaatst worden. De landbouw is niet alleen een bron van emissies, maar ook onderdeel van een kringloopsysteem dat CO₂ vastlegt via gras en gewassen, organische stof opbouwt in de bodem, en reststromen benut die anders zouden verrotten en schadelijke gassen zouden uitstoten.
Daarbij geldt dat Nederlandse boeren behoren tot de meest efficiënte ter wereld, gemeten in uitstoot per kilo product. Dankzij innovatie, vruchtbare grond, kennisinfrastructuur en efficiëntie weet Nederland vlees, zuivel, groenten en bloemen te produceren met een relatief lage milieuvoetafdruk.
Innovatie als sleutel tot verduurzaming
De sector staat niet stil. Innovatieve technieken zoals het afvangen van methaan en ammoniak in stallen, vergisting tot groen gas, precisielandbouw, emissiearme bemesting, en eiwitextractie uit gras zijn al in ontwikkeling of in gebruik. Door gras eerst te verwerken tot eiwit voor menselijke consumptie en daarna pas als veevoer te gebruiken, wordt het efficiënter ingezet en hoeft er minder soja geïmporteerd te worden. Mestverwerking tot kunstmestvervangers kan het gebruik van fossiele kunstmest terugdringen.
Kortom: als we innovatie en systeemdenken centraal stellen, kan de landbouw van een deel van het probleem veranderen in een wezenlijk onderdeel van de oplossing.
Een verkeerde beeldvorming
De media spelen hierin een sleutelrol. Door structureel de primaire landbouw gelijk te stellen aan “de landbouw”, zonder de bredere economische keten en systeemwaarde mee te nemen, ontstaat een beeld van een sector die vervuilt maar weinig bijdraagt. Dit beeld is niet alleen feitelijk onjuist, maar ook politiek en maatschappelijk schadelijk.
Het is onbegrijpelijk dat een sector die voor voedselzekerheid, exportinkomsten, werkgelegenheid én innovatie zorgt, zo eenzijdig wordt neergezet. De suggestie dat we zonder deze sector beter af zouden zijn, is een gevaarlijke illusie.
Tot slot
Nederland moet realistisch, innovatief én strategisch omgaan met haar landbouw. De uitdagingen zijn er, maar de oplossingen ook. Laten we beleid en publieke opinie niet baseren op versimpelde cijfers of onvolledige mediaframes, maar op een breed, wetenschappelijk en economisch onderbouwd beeld van de werkelijkheid.
Bronnen ter aanvulling:
- CBS Landbouwexport 2023: €128,9 miljard
- Wageningen UR: Bijdrage agri-foodketen aan BBP ~8%
- WUR rapportage werkgelegenheid in de voedselketen: ca. 600.000 – 800.000 banen

Plaats een reactie