Gisteren stemde de Tweede Kamer met brede meerderheid in met de verhoging van de drempelwaarde in AERIUS: van 0,005 mol naar 1 mol per hectare per jaar. Een kleine stap, maar wel één die in de praktijk veel onzekerheid en juridisch gedoe kan verminderen. Verschillende partijen hebben dit voorstel gesteund (NSC, CU, SGP, CDA, VVD, BBB, JA21, FvD en PVV).
Dat verdient een felicitatie. Want hiermee is eindelijk erkend dat rekenen met schijnnauwkeurigheid – achter de komma – geen basis kan zijn voor vergunningverlening. Toch moeten we ons ook realiseren: hiermee is de stikstofcrisis slechts een piepklein beetje opgelost.
https://www.linkedin.com/embed/feed/update/urn:li:share:7379835197774602240?collapsed=1
De kern van het probleem: de onzekerheid van AERIUS
Zoals Heleen de Man scherp benadrukt in haar bijdrage op LinkedIn: het rekenmodel AERIUS heeft volgens het RIVM een onzekerheidsmarge van ± 300 mol.
- Het model kan er dus honderden mols naast zitten.
- Toch wordt AERIUS juridisch gebruikt alsof het met 1 mol nauwkeurig de werkelijkheid weergeeft.
- Gevolg: boeren, bedrijven en burgers komen onnodig in de knel. Tegelijkertijd schiet de natuur er niets mee op.
De Tweede Kamer kan zich dus niet rijk rekenen. Wie denkt dat een verschuiving van 0,005 naar 1 mol voldoende is, negeert dat het fundament – de betrouwbaarheid van de berekeningen – wankel blijft.
Wat wél nodig is
Natuurlijk: de natuur moet beschermd worden. Niemand ontkent dat. Maar dat kan niet met een model dat zulke forse onzekerheden kent. Het alternatief is al jaren bekend: meer meten, minder blind rekenen.
In de watersector en rioleringswereld is het al gemeengoed om metingen leidend te maken. Ook in de stikstofdiscussie is dat mogelijk. Sterker nog: er liggen al plannen klaar, onder meer van de Universiteit Utrecht en Nyenrode Business Universiteit, die provincies kunnen helpen om vergunningverlening te baseren op daadwerkelijke meetdata.

Van politiek signaal naar structurele oplossing
De drempelverhoging naar 1 mol is dus een goed politiek signaal. Maar het is onvoldoende zolang we ons afhankelijk maken van een model dat volgens zijn eigen makers niet geschikt is voor juridische besluitvorming op detailniveau.
De volgende stap zou moeten zijn:
- Een landelijk meetnetwerk dat concentraties en depositie beter in beeld brengt.
- Regionale vergunningverlening op basis van metingen, niet uitsluitend op modeluitkomsten.
- Een heldere scheiding tussen beleid en techniek: modellen zijn nuttig voor trends en scenario’s, maar mogen nooit alleen beslissen over vergunningen.
Conclusie
Tweede Kamer, gefeliciteerd met deze stap. Maar neem ook de volgende, grotere stap: bouw beleid dat steunt op de werkelijkheid in plaats van op rekenregels met enorme marges.
Want alleen met een betrouwbare basis kunnen we zowel de natuur beschermen als recht doen aan burgers en bedrijven die nu klem zitten.

Plaats een reactie