In de aanloop naar de verkiezingen van 2025 spreekt Studio Foodlog met vertegenwoordigers van politieke partijen over hun visie op landbouw, voedsel en natuur. In deze aflevering ontvangt Dick Veerman de nummer vier van de D66-kandidatenlijst: Anne-Marijke Podt.
In een open gesprek zoekt Veerman naar de kern van de D66-visie: hoe ziet de partij de toekomst van het Nederlandse voedselsysteem? En vooral: hoe kan het land uit de impasse komen waarin boeren, politiek en natuur elkaar jarenlang hebben verstrikt?
https://open.spotify.com/embed/episode/5uwHWX4Fij0BRya4Y5DrLB?utm_source=generator
“Het allerbelangrijkste is duidelijkheid en perspectief”
Aan het begin van het gesprek stelt Veerman vast dat Nederland “al zes en een half jaar vastzit” in een landbouw- en natuurcrisis. Hij vraagt Podt hoe D66 denkt dat te doorbreken.
Podt antwoordt dat D66 het debat over de toekomst van de landbouw weliswaar heeft aangezwengeld, maar dat het nu tijd is om verder te komen.
“Ik denk dat het allerbelangrijkste wat wij willen is dat er duidelijkheid en perspectief komt – echt voor de lange termijn,” zegt ze. “Het afgelopen jaar was er vooral veel ruzie. Iedereen die ik spreek, zegt: geef ons nou duidelijkheid, laat zien waar het naartoe gaat.”
Voor D66 ligt dat perspectief in de kringlooplandbouw, met nadruk op het uitfaseren van kunstmest en milieubelastende bestrijdingsmiddelen. Podt verwijst expliciet naar de Europese doelen waar Nederland zich aan heeft verbonden:
“We moeten ons houden aan de Kaderrichtlijn Water, de Nitraatrichtlijn en de Vogel- en Habitatrichtlijn. Daar moet je wel wat voor doen. Dat vergt grote besluiten, maar ook goede verdienmodellen voor boeren – eerlijke beloningen voor bijdragen aan de natuur.”
Krimp van de veestapel noemt ze daarbij “een logisch gevolg van die opgave”. Maar ze ziet ook kansen:
“Dat betekent óók dat we weer ruimte kunnen maken voor nieuwe en jonge boeren die toegang krijgen tot grond en leningen.”
Koplopers en vernieuwing in de voedselketen
Podt benadrukt dat D66 vooral ruimte wil creëren voor vernieuwers – boeren en ondernemers die voorop willen lopen.
“We moeten zorgen dat we de koplopers die we zien – van boeren tot innovatieve ondernemers – echt de ruimte geven. Mensen die bezig zijn met het eten van morgen.”
Op Veermans vraag wat voor mensen dat zijn, antwoordt ze dat D66 niet alleen denkt aan de uitersten van het spectrum (biologisch versus intensief), maar juist aan de brede middengroep:
“De grote meerderheid van de boeren zit in het midden. Die willen best graag stappen zetten. Maar het systeem is nog heel erg gericht op dat oude, intensieve model. Dat is eigenlijk heel zonde.”
Daarbinnen ziet ze veel innovatie, van plantaardige eiwitten tot kweekvlees en Nederlandse soja.
“Als we dat goed aanpakken, kunnen we onze voedselvoorziening versterken en tegelijk ruimte maken voor natuur en andere functies in Nederland.”
“Niet alles kan – maar innovatie kan veel oplossen”
Veerman prikt door op de term intensief. Want, zegt hij, ook kweekvlees is in wezen een intensieve vorm van productie. Wat is dan het echte verschil tussen de landbouw van gisteren en die van morgen?
Podt erkent dat intensiteit op zich niet het probleem is, maar de richting van innovatie.
“Het gaat erom: draagt wat we doen bij aan de oplossingen waar we zo naar snakken? Kweekvlees is nu nog niet dé oplossing, maar er zijn veelbelovende ontwikkelingen die met een beetje hulp groot kunnen worden.”
Nederland, zegt ze, is bij uitstek het land om zulke oplossingen te ontwikkelen:
“We wonen dicht op elkaar, dus niet alles kan. Maar juist daarom moeten we investeren in innovatie. We hebben hier de technologie om bijvoorbeeld vleesvervangers of hybride vlees te maken – producten die wereldwijd impact kunnen hebben.”
Veerman vat het samen: Nederland als innovatiehub in food. Podt bevestigt dat:
“Dat is een landbouwvisie, maar ook een visie op onze verwerkende industrie. Nederland stond altijd bekend als innovator in de landbouw. We zijn alleen een bepaalde richting ingeslagen. We kunnen dat opnieuw doen – op een manier waar we trots op kunnen zijn.”
Van polarisatie naar perspectief
Toch zit de sector muurvast. Grote bedrijven investeren niet meer in Nederland, boeren klagen over onzekerheid, en de politiek raakt steeds meer versnipperd. Hoe wil D66 dat patroon doorbreken?
Podt blijft optimistisch:
“Ik ben een optimist, en dat vinden mensen soms lastig te rijmen met het politieke landschap. Maar ik zie zoveel maatschappelijke ontwikkelingen die hoopvol zijn.”
Ze verwijst naar Denemarken, waar een breed landbouwakkoord werd gesloten:
“Daar is eerst maatschappelijk een akkoord gesloten, en daarna heeft de politiek zich eraan gecommitteerd. Boeren zeiden daar: dit is moeilijk, maar het geeft ons ook toekomst. Het zorgt ervoor dat we weer kunnen investeren, omdat we weten waar het heen gaat.”
Nederland kan volgens haar hetzelfde doen.
“Als je even afstand neemt, zie je dat er in de Tweede Kamer eigenlijk een brede meerderheid is om stappen te zetten. De tegenkrachten zijn relatief klein. We moeten gewoon die lange termijn pakken.”
Van onderop: de samenleving aan zet
Veerman merkt op dat de Denen hun landbouwakkoord vanuit de samenleving hebben opgebouwd – en pas daarna politiek hebben verbonden. In Nederland, zegt hij, is het vaak andersom: Den Haag denkt het zelf te moeten oplossen.
Podt herkent dat beeld, maar ziet ook dat er al beweging is:
“Er zijn zoveel maatschappelijke actoren die zich laten horen. Soms in onverwachte combinaties – Natuurmonumenten met Bouwend Nederland, of VNO-NCW met milieuorganisaties. Zij laten zien: het kan wel.”
De politiek, zegt ze, heeft de plicht om die uitgestoken hand aan te pakken.
“We moeten erkennen dat Den Haag het niet alleen kan. Maar we moeten wél zekerheid geven: dat we niet over een jaar weer terugkomen met nieuwe eisen.”
Ze verwijst naar Sharon Dijksma (VNG) en Ina Adema (IPO), die samen proberen om van buitenaf beweging te creëren.
“Ook in Nederland zit hoop in die enorme beweging van buiten. Wij als politiek moeten daar naar luisteren. D66 komt daar historisch vandaan – van Hans van Mierlo’s idee dat vernieuwing van beneden komt.”
“We moeten alle opgaven tegelijk aanpakken”
Toch blijft de vraag: hoe borg je dat beleid in een politiek systeem dat elke paar jaar opnieuw begint? Podt:
“We kunnen boeren en ondernemers niet aandoen om telkens stukje bij beetje met een schaartje beleid te maken. Dan eerst stikstof, dan water, dan CO₂. Zo werkt het niet. Je moet het in één keer doen.”
Dat vergt lef en bestuurlijke moed:
“Het zijn grote besluiten, en die zijn niet altijd leuk. Maar het zorgt er wél voor dat we niet ieder jaar met nieuwe eisen komen. Dat moet onze belofte zijn als politiek.”
Ze besluit:
“Er zijn nog steeds politieke verschillen, maar iedereen ziet dat het nu vastzit. We moeten ons committeren voor de lange termijn. Ik heb echt goede hoop dat dat gaat lukken.”
Analyse: terug naar de kern van D66
Het gesprek met Anne-Marijke Podt laat zien dat D66 vasthoudt aan haar klassieke idealen van lange termijn, Europese oriëntatie en innovatie. Kringlooplandbouw blijft het sleutelwoord, maar het wordt breder ingevuld dan vroeger. Niet meer alleen als ecologisch model, maar als systeeminnovatie waarin technologie, verdienmodellen en maatschappelijke betrokkenheid samenkomen.
Wat opvalt, is dat Podt zich afzet tegen de politieke versnippering van de afgelopen jaren. Ze wil een einde aan het “met een schaartje knippen” van losse maatregelen. In plaats daarvan pleit ze voor integraal beleid dat stikstof, water en klimaat tegelijk aanpakt.
Daarin klinkt iets door van de Deense aanpak die ze bewondert: eerst maatschappelijk draagvlak, dan politieke verankering. Dat contrasteert met de Nederlandse reflex om vanuit Den Haag te reguleren en vervolgens in de samenleving weerstand te oogsten.
Haar nadruk op innovatie in foodtech – van vleesvervangers tot duurzame olieproductie – past bij het D66-beeld van Nederland als “innovator in food”. Tegelijk blijft de partij vasthouden aan een kleinere veestapel en strikte milieudoelen, wat haar onderscheidt van partijen als BBB of VVD.
Veerman vat het in de slotminuten raak samen:
“We zitten zo diep in de shit dat we eindelijk snappen dat we eruit moeten.”
Podt lacht, maar bevestigt:
“Precies dat.”
Slot
Met deze woorden eindigt een gesprek dat opvallend optimistisch is in een tijd van politieke vermoeidheid. D66 positioneert zich met Podt’s verhaal als de partij van lange adem, innovatie en vertrouwen in de samenleving.
Of Nederland die richting ook werkelijk durft in te slaan, zal de komende verkiezingen moeten uitwijzen.
Maar de boodschap is helder: de landbouw van morgen is niet alleen schoner – ze is ook slimmer.

Plaats een reactie