De koppen in de landelijke kranten zijn deze week weer misleidend. “Kabinet wil stikstofregels versoepelen”, schrijft NRC. De Volkskrant spreekt over een “oprekking van de grens” waardoor “meer uitstoot wordt toegestaan”. Het klinkt alsof het kabinet plots een politiek rookgordijn optrekt om boeren en bouwers te plezieren. Maar wie het dossier werkelijk kent, weet dat dit niet klopt.
Wat nu wordt voorgesteld, is géén versoepeling, maar een wetenschappelijk en statistisch noodzakelijke correctie op een foutief gebruik van cijfers in het model AERIUS. Het model dat niks kan (lokaal!).
Het probleem heet AERIUS
De kern van het stikstofbeleid rust op één technisch systeem: AERIUS Calculator, het rekenhart dat met het onderliggende OPS-dispersiemodel bepaalt hoeveel stikstof (uitgedrukt in mol per hectare per jaar) neerslaat in een Natura 2000-gebied.
Het model is ooit gemaakt om grote patronen en beleidsmatige verschillen te berekenen — niet om de effecten van één boerderij, bouwproject of vrachtwagen exact te bepalen. Toch is het systeem daar in de loop der jaren wel voor gebruikt. Alsof een klimaatmodel van het KNMI ineens moest voorspellen of er morgen in uw achtertuin een regenbui valt.
Dat is de crux van het probleem. AERIUS berekent deposities tot drie cijfers achter de komma – waarden als 0,003 mol/ha/jaar – terwijl de onzekerheid van het model in werkelijkheid meer dan 50 procent bedraagt. De output van het model wekt zo een schijnnauwkeurigheid: het lijkt exact, maar dat is het niet.
En juist daar komt de rekenkundige ondergrens (RKO) in beeld.
Wat is de RKO?
De RKO is géén ‘grens voor vergunningplicht’ zoals veel journalisten beweren, maar een statistische correctie: een getalsmatige ondergrens waar beneden het model geen betekenisvolle uitspraak kan doen.
Het gaat dus niet om beleidsruimte of versoepeling, maar om wetenschappelijke integriteit. Als een model meetwaarden genereert die kleiner zijn dan zijn eigen foutenmarge, dan moet je die waarden niet als ‘echt’ behandelen.
Het voorstel dat nu op tafel ligt — om de RKO op 0,5 mol per hectare per jaar te zetten — is gebaseerd op het inzicht dat het model simpelweg niet in staat is om kleinere verschillen betrouwbaar toe te wijzen aan specifieke bronnen. Dit standpunt wordt gedeeld door tal van onafhankelijke experts, waaronder de Britse hoogleraar Arthur Petersen (University College London), die eerder dit jaar in zijn expertoordeel duidelijk stelde:
“AERIUS kan geen depositieberekeningen uitvoeren met een betrouwbaarheid onder de 1 mol/ha/jaar; de rekenresultaten op dat niveau zijn niet fysisch of statistisch betekenisvol.”
Dat oordeel is geen politieke mening, maar een nuchtere wetenschappelijke constatering. Het model kan het niet. Punt.
Een drempelwaarde is iets heel anders
De verwarring bij NRC en Volkskrant komt voort uit het door elkaar halen van twee totaal verschillende begrippen:
- De RKO (rekenkundige ondergrens) – gaat over modelonzekerheid. Het zegt: “onder deze waarde zijn berekende verschillen niet betrouwbaar.”
- De drempelwaarde – gaat over beleidsmatige toelaatbaarheid. Het zegt: “onder deze waarde vinden wij een effect ecologisch of juridisch verwaarloosbaar.”
De eerste is een kwestie van statistiek en modelkunde.
De tweede is een politieke keuze, vastgelegd in beleid of wetgeving.
Wie die twee verwart, begrijpt de discussie niet. De RKO zegt niets over natuurkwaliteit of vergunningplicht — het zegt alleen iets over de betrouwbaarheid van het getal dat uit AERIUS komt rollen.
De misleidende term ‘versoepeling’
Wanneer NRC schrijft dat “de rekenregels worden versoepeld” door de RKO te verhogen van 0,005 naar 0,5 mol, dan suggereert het dat het kabinet bewust meer uitstoot toestaat. Dat is onjuist.
Wat werkelijk gebeurt, is dat men de schijnnauwkeurigheid van het model corrigeert en ophoudt te doen alsof AERIUS een meetinstrument is met laboratoriumprecisie. De huidige grens van 0,005 mol komt neer op ongeveer 0,07 gram stikstof per hectare per jaar – minder dan wat één fietser of een schaap in een dag extra kan veroorzaken.
Wie beweert dat zulke minuscule berekende verschillen ecologisch betekenisvol zijn, maakt zich schuldig aan wat men in de wetenschap noemt: false precision.
Een kwestie van geloof, niet van wetenschap
De stikstofdiscussie is de afgelopen jaren steeds meer een geloofssysteem geworden. AERIUS is daarbij het heilige boek geworden waaruit juristen, ecologen en beleidsmakers citeren alsof het de waarheid zelve is.
Maar een model is geen feit. Een model is een berekening van een aanname. En als die aanname fout, verouderd of te onzeker is, dan hoort een wetenschapper dat te zeggen.
Dat doet het kabinet nu eindelijk – en dat is precies wat het NRC-artikel mist: het voorstel is géén “versoepeling”, maar een noodzakelijke stap richting wetenschappelijke eerlijkheid.
De rol van de Raad van State en het recht
De Raad van State waarschuwt in haar recente advies dat de verhoging van de RKO “juridisch kwetsbaar” is. Dat is begrijpelijk vanuit hun rol: zij toetsen aan de huidige wetgeving en eerdere jurisprudentie, waarin de KDW (kritische depositiewaarde) en de berekende depositie een centrale rol spelen.
Maar ook de Raad van State heeft niet de taak om te oordelen over de wetenschappelijke validiteit van AERIUS. Zij gaat uit van wat het ministerie en het RIVM aanleveren.
Het probleem is dus niet juridisch, maar epistemologisch: wat weten we eigenlijk, en wat doen we alsof we weten?
De invoering van een realistische RKO is een manier om de juridische werkelijkheid beter te laten aansluiten bij de natuurwetenschappelijke werkelijkheid. Alleen dan kunnen vergunningen weer betekenisvol en uitvoerbaar worden.
Het bredere plaatje
In het debat over stikstof lijken we collectief te zijn vergeten waar het werkelijk om draait: het herstellen van de balans tussen model, meting en beleid.
Er is niemand die zegt dat de uitstoot van stikstof niet omlaag moet. De landbouw, het verkeer, de industrie — allemaal moeten ze bijdragen.
Maar beleid moet wél gebaseerd zijn op meetbare realiteit, niet op een digitale illusie. AERIUS is in zijn huidige vorm een SimCity-model: een nuttig hulpmiddel voor beleidssimulaties, maar geen instrument om op moleculair niveau over vergunningen te beslissen.
Het is dan ook veelzeggend dat het RIVM zelf in interne documenten erkent dat AERIUS-deposities onder 1 mol/ha/jaar “niet betrouwbaar toewijsbaar zijn aan individuele bronnen”. Dat NRC dit niet vermeldt, toont hoe oppervlakkig de berichtgeving is geworden.
Wetenschappelijke precisie is geen politieke keuze
In elk ander vakgebied zouden we dit soort fouten niet accepteren. Een ingenieur die een brug berekent met een onnauwkeurigheid van 100 procent zou zijn baan verliezen. Een statisticus die drie cijfers achter de komma presenteert zonder betrouwbaarheidsinterval zou door de peer review worden afgewezen.
Maar in het stikstofdossier lijkt deze schijnnauwkeurigheid de norm.
Het vaststellen van een RKO is dus geen versoepeling, maar een herstel van wetenschappelijke discipline. We moeten ophouden met doen alsof cijfers altijd waarheid zijn, en opnieuw leren denken in ordes van grootte en onzekerheidsmarges.
De echte keuze ligt bij de politiek
De politiek moet straks bepalen wat de beleidsmatige drempelwaarde wordt — dat is een politieke afweging tussen natuurdoelen en economische ontwikkeling. Maar die discussie kan pas zinvol plaatsvinden als we weten wat het model wél en níet kan.
Met andere woorden: de RKO gaat over de rekenkunde, niet over de ecologie.
Als NRC en Volkskrant dat onderscheid niet helder maken, dragen ze bij aan de verwarring in plaats van aan de democratische meningsvorming.
Conclusie: eerlijk rekenen is niet versoepelen
Wie beweert dat de verhoging van de RKO een “versoepeling” is, heeft ofwel het model niet begrepen, ofwel de moed niet om de wetenschappelijke realiteit onder ogen te zien.
De waarheid is eenvoudiger en fundamenteler:
De RKO is een eerlijkheidsgrens. Een getal onder die grens is geen feit, maar ruis.
Het wordt tijd dat media, politici en rechters dat erkennen. Niet om regels af te breken, maar om beleid eindelijk te baseren op wat we werkelijk weten.
En dat is precies waar het in de stikstofcrisis al jaren aan ontbreekt.

Plaats een reactie