Arthur Petersen in het zonnetje en de rekenkundige ondergrens (RKO) die er nog niet is.

Arthur Petersen raakte onverwacht in het centrum van het stikstofdebat toen hij, op verzoek van het ministerie, een wetenschappelijk oordeel gaf over de zogenoemde rekenkundige ondergrens. Zijn kernpunt is technisch, maar verstrekkend: onder een bepaalde drempel is stikstofdepositie met de huidige meet- en rekenmethoden simpelweg niet betrouwbaar toe te schrijven aan een specifieke bron. Volgens Petersen ligt die grens rond 1 mol stikstof per hectare per jaar, terwijl Nederland nu rekent met een vrijwel nulgrens (0,005 mol). 

Petersen benadrukt in het interview dat dit geen politieke keuze is, maar een consequentie van de stand van de wetenschap. Onder die grens doen modellen alsof ze zekerheid bieden die er feitelijk niet is. Activiteiten met een lagere bijdrage zouden daarom vergunningsvrij moeten zijn, juist om schijnzekerheid te vermijden. 

Tegelijk waarschuwt hij expliciet voor misbruik van zijn analyse. De rekenkundige ondergrens is geen “doorbraak” die het stikstofprobleem oplost. Integendeel: als de handrem eraf gaat, moet de overheid elders extra maatregelen nemen om natuurachteruitgang te voorkomen. Petersen positioneert zich daarmee nadrukkelijk als wetenschapper: niet voorschrijvend wat politiek wenselijk is, maar begrenzend wat wetenschappelijk verdedigbaar is. 

Plaats een reactie

Eén reactie

  1. anchormagicalb398c2c28b Avatar
    anchormagicalb398c2c28b

    Arthur Petersen beweert dat de stikstofdepositie kan toenemen door een hogere drempelwaarde. Als dit klopt, dan vraag ik mij af waarom de stikstofdepositie in Duitsland sinds 29 mei 2019 (datum PAS-uitspraak) sneller is gedaald dan in Nederland, ondanks een meer dan 4.000 keer hogere drempelwaarde of rekenkundige ondergrens. Daarnaast vraag ik mij af of Arthur Petersen bekend is met de universele regels voor rekenen met significante cijfers.

    Like