In een eerder artikel bespraken we de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijlocaties (Lbv) en de Lbv-plus, waarbij we een inschatting maakten van de kosten en ammoniakreductie die deze regelingen opleveren. Inmiddels hebben we aanvullende gegevens uit de Kamerstukken kunnen analyseren, wat een bijstelling van de eerder berekende sommen noodzakelijk maakt. Dit tweede artikel biedt een correctie op onze eerdere analyse en plaatst deze in een breder perspectief.
Uit de Kamerstukken blijkt dat de gecombineerde ammoniakreductie van de Lbv- en Lbv-plus-regelingen wordt geschat op 4,6 miljoen kilogram ammoniak. Tegelijkertijd is het totale budget voor deze regelingen vastgesteld op €2,937 miljard (inclusief de verhogingen van eerdere budgetten). Dat betekent dat de kosten per kilogram gereduceerde ammoniak uitkomen op ongeveer €638,48 per kilogram. Deze som laat zien dat de kosteneffectiviteit van deze regeling aanzienlijk lager is dan initieel gedacht, wat serieuze vragen oproept over de doelmatigheid van deze aanpak.
Wat betekent deze reductie in context?
De totale jaarlijkse ammoniakuitstoot in Nederland bedraagt ongeveer 111 miljoen kilogram. Met een reductie van 4,6 miljoen kilogram vertegenwoordigen de regelingen slechts 4,14% van deze jaarlijkse emissie. Hoewel elke reductie waardevol kan zijn, onderstrepen deze cijfers dat het effect op de totale ammoniakuitstoot relatief beperkt blijft. Dit roept de vraag op of de gebruikte middelen, ruim €2,9 miljard, op een effectievere manier ingezet hadden kunnen worden.
De echte kosten van volledige reductie
Om een idee te geven van de schaal en kosten die nodig zouden zijn om alle 111 miljoen kilogram ammoniakemissie in Nederland te reduceren, hebben we een extrapolatie gemaakt. Op basis van de huidige kosten per kilogram ammoniakreductie zou een volledig afschaffen van ammoniakemissie een budget van maar liefst €70,87 miljardvereisen. Dit astronomische bedrag maakt duidelijk dat generieke opkoopregelingen zoals de Lbv en Lbv-plus niet de weg vooruit kunnen zijn voor effectief stikstofbeleid.
Conclusie en aanbevelingen
Deze correctie laat zien dat de Lbv- en Lbv-plus-regelingen, ondanks hun nobele intenties, kampen met een kosteneffectiviteitsprobleem. Met een budget van €2,937 miljard wordt slechts 4,14% van de jaarlijkse ammoniakuitstoot gereduceerd. Dit bevestigt dat brede en generieke stoppersregelingen financieel nauwelijks te rechtvaardigen zijn.
In plaats daarvan zou een veel gerichtere aanpak overwogen moeten worden. Denk bijvoorbeeld aan maatregelen die specifiek gericht zijn op emissiereductie rond Natura 2000-gebieden of op innovatieve technologieën die emissies bij de bron aanpakken. Alleen met een strategie die zowel kosteneffectief als doelgericht is, kunnen we de stikstofuitdaging in Nederland op een duurzame manier aanpakken.
Dit artikel bouwt voort op de analyse in ons eerdere artikel en benadrukt dat een gedetailleerde evaluatie van de kosten en baten van beleid essentieel is. Alleen zo kunnen we leren van de huidige ervaringen en betere keuzes maken voor de toekomst.

Plaats een reactie