Professor Wim de Vries, een van de prominente stemmen in het Nederlandse stikstofdebat, was vandaag te gast bij de NPO-podcast Op z’n Kop met Marian Zwagerman en Rick van Velthuysen. De aflevering, die bol stond van inzichten en kritische opmerkingen, gaf stof tot nadenken over de manier waarop Nederland omgaat met stikstofbeleid en modellering. Als aanvulling op de uitspraken van De Vries, voeg ik hier mijn eigen observaties en nuances toe.
Metingen en modellen: wat klopt en wat niet
De Vries stelde dat “de metingen altijd meer zijn” en gaf als voorbeeld dat bossen 40 kg stikstof per hectare opnemen. Dit klopt deels, maar er zijn belangrijke nuances. In de duinen bijvoorbeeld laten de metingen een lagere droge depositie zien dan de voorspellingen van modellen zoals Aerius. Dit illustreert hoe modellen op detailniveau vaak tekortschieten, wat al eerder werd besproken op Foodlog.
Een treffende analogie van De Vries was dat “modellen redelijk zijn voor gemiddeld Nederland, maar ongeschikt voor gedetailleerde voorspellingen.” Hij vergeleek dit met een boor die prima is voor een gaatje in de muur, maar niet voor een tandartsbehandeling. Een duidelijke boodschap aan organisaties zoals de WUR en het RIVM: erken de beperkingen van de huidige modellen en focus op verbeteringen op macroniveau.
De relatie tussen boeren en natuurgebieden: loslaten
De Vries gaf een heldere aanbeveling: de directe koppeling tussen boeren en nabijgelegen natuurgebieden moet worden losgelaten. Hij stelde dat het huidige systeem voor meten en berekenen “aardig” is voor grote gebieden, maar niet voor lokale toepassingen. Hiermee onderschreef hij indirect wat veel critici al langer roepen: het gebruik van Aerius als beleidsinstrument is onhoudbaar.
Hetzelfde geldt voor de stilstand in de woningbouw. “Het is raar dat de bouw stil ligt vanwege een uitstoot die minder dan 0,5% bedraagt,” aldus De Vries. Ik ben het hier volledig mee eens. Het is absurd dat bouwprojecten worden gehinderd door een rekenmodel dat geen recht doet aan de werkelijkheid. Vrijstelling voor de bouw – en ook voor essentiële infrastructuur zoals het elektriciteitsnet – is noodzakelijk.
Ammoniak versus NOx: een complexe verhouding
Een ander punt van discussie was de bijdrage van boeren versus industrie aan stikstofdepositie. De Vries benadrukte dat regenwaterdepositie een belangrijk meetinstrument is. Maar zijn conclusie dat ammoniak verantwoordelijker zou zijn dan NOx is te simplistisch. Het verschil in oplosbaarheid tussen ammoniak en NOx maakt directe vergelijkingen problematisch. Dit mag echter niet afleiden van de kern: zowel boeren als industrie moeten bijdragen aan oplossingen, maar wel op basis van eerlijke en wetenschappelijk onderbouwde uitgangspunten.
Noodzaak tot innovatie en pragmatisch beleid
De Vries sprak over het belang van een uitstootplafond per bedrijf, waardoor ondernemers binnen hun grenzen zelf kunnen bepalen hoe zij emissies reduceren. Dit is een voorstel waar ik volledig achter sta. Flexibiliteit en innovatie zijn cruciaal. Zoals ik al eerder stelde in mijn beleidsvoorstel, moeten boeren zelf de keuze hebben: werken met tools zoals de KringloopWijzer, of gebruik maken van lokale meetinstrumenten zoals Caeli.
Het Europese perspectief: uit de fuik van Aerius
Een krachtig statement van De Vries was zijn kritiek op de Kritische Depositiewaarde (KDW). Hij stelde terecht dat de EU nergens verplichtingen oplegt zoals Nederland doet. Het denken in depositiedoelen is een beleidsmatige fuik waarin we vastzitten. De focus moet verschuiven naar emissiereductie, zoals voorgesteld door Remkes.
Het probleem met Aerius is dat het beleid stuurt op milligrammen en millimolen, terwijl de wetenschappelijke basis voor zulke gedetailleerde uitspraken ontbreekt. Ook Greenpeace’ uitspraak over de stikstofdoelen schiet hier tekort, omdat het vastklampen aan depositie-doelen ons belemmert in pragmatische oplossingen.
Wat moeten we meenemen uit dit gesprek?
De Vries bood een scherpe analyse van de stikstofproblematiek en bevestigde veel punten waar ik al langere tijd voor pleit. Belangrijke lessen zijn:
- Stop met het koppelen van boeren aan individuele natuurgebieden.
- Geef de bouwsector en kritieke infrastructuur vrijstelling van stikstofregels.
- Richt beleid op emissiereductie en stel duidelijke plafonds per bedrijf.
- Laat boeren zelf bepalen hoe ze doelen behalen, met tools zoals de KringloopWijzer of eigen metingen.
Tot slot, De Vries benadrukte dat innovatie de sleutel is, en dat we mest (zoals digestaat) moeten benutten op plekken waar het nodig is – zowel binnen als buiten Nederland. Het is tijd om uit de beleidsfuik te varen en een koers te kiezen die recht doet aan wetenschap, economie en landbouwpraktijken.
Ik ben benieuwd naar jullie reacties en aanvullingen. Wat vinden jullie van de punten die professor De Vries aandroeg? En hoe zien jullie de toekomst van het stikstofbeleid in Nederland? Laat je reactie achter op X, Telegram of Whatsapp.

Geef een reactie op De Cirkelredenering in het Stikstofdebat: Een Onzichtbaar Fundament met Grote Gevolgen. Hoe deze te doorbreken? – StikstofInfo.net – Alles over Ammoniak en stikstofverbindingen Reactie annuleren