Bedrijfsspecifieke doelsturing: nieuwe inzichten van de WUR en eerste reactie van StikstofInfo.net

Disclaimer: Stikstofinfo.net met het middenveld en experts werkt aan een eigen concept plan, dit artikel is geen weergave van de ideeën van stikstofinfo.net.

Het recente rapport van Wageningen University & Research (WUR) over bedrijfsspecifieke doelsturing biedt een uitgebreide analyse van hoe verliezen van stikstof en broeikasgassen in de landbouw kunnen worden teruggedrongen. Met concrete voorstellen om via normering en monitoring tot een duurzamer landbouwsysteem te komen, lijkt de WUR een stap vooruit te zetten in het complexe stikstofdossier. Maar zijn deze voorstellen praktisch uitvoerbaar en effectief? In dit artikel bespreken we de belangrijkste punten van het rapport, aangevuld met enkele kritische kanttekeningen vanuit Stikstofinfo.net.

Wat is bedrijfsspecifieke doelsturing?

De kern van bedrijfsspecifieke doelsturing is dat landbouwbedrijven concrete milieudoelen opgelegd krijgen, zoals reducties in ammoniakemissies, broeikasgassen en stikstofoverschotten. Boeren behouden echter de vrijheid om zelf te bepalen hoe ze deze doelen bereiken. Dit staat in contrast met de huidige praktijk, waarin middelsturing domineert; hier worden specifieke technieken of methoden voorgeschreven, ongeacht de bedrijfssituatie.

Het rapport onderscheidt vier varianten van doelsturing:

  1. Stimulerende doelsturing: Boeren worden beloond voor vrijwillige inspanningen.
  2. Prestatiesturing: Beloningen zijn gekoppeld aan gemeten prestaties.
  3. Normerende doelsturing: Bedrijven moeten voldoen aan vastgestelde normen.
  4. Normeren en beprijzen: Emissierechten worden toegewezen en kunnen worden verhandeld. Ook Krijn Poppe stelde een beprijzingssysteem voor.

Volgens de WUR is een combinatie van normeren en beprijzen het meest effectief om emissiereducties voor ammoniak en broeikasgassen te realiseren.

Kritische kanttekeningen van Stikstofinfo.net

Hoewel de visie van de WUR veelbelovend lijkt, zijn er enkele belangrijke aandachtspunten die onvoldoende aandacht krijgen in het rapport:

  1. Vergunningen en handhaving: Het rapport gaat voorbij aan de huidige problemen met vergunningverlening. Zonder een helder juridisch kader en werkbare vergunningssystemen kunnen de voorgestelde maatregelen niet effectief worden uitgevoerd. Vergunningen zijn een essentieel knelpunt dat moet worden opgelost voordat verdere stappen gezet kunnen worden.
  2. Langetermijninvesteringen: Boeren investeren in stallen en technologieën voor een periode van minimaal 10 tot 20 jaar. Hoewel managementmaatregelen op korte termijn verbetering kunnen bieden, blijft het in de praktijk lastig om ammoniakemissies substantieel te reduceren wanneer de stal eenmaal staat. Deze realiteit vraagt om een meer genuanceerde benadering.
  3. Massabalans en monitoring: Veel bedrijven maken al gebruik van tools zoals de KringloopWijzer (KLW) om een massabalans op te stellen. Het rapport erkent dit, maar lijkt te suggereren dat dit nieuw is. Daarnaast mist de WUR het belang van landelijke monitoring. Monitoring moet niet alleen op bedrijfsniveau plaatsvinden, maar ook op nationaal niveau door de overheid.
  4. Ammoniakrechten en regionale impact: Het idee om ammoniakemissierechten verhandelbaar te maken klinkt aantrekkelijk, maar mist een cruciaal inzicht: ammoniak heeft een regionale impact. De verkoop van rechten vanuit Friesland naar de Peel zou bijvoorbeeld niets verbeteren aan de natuur in de Peel. In tegenstelling tot CO2, dat een mondiaal probleem is, speelt ammoniak zich af op veel kortere afstand en tijdsschaal. Dit maakt een regionale aanpak noodzakelijk.

De uitdaging van implementatie aldus WUR

De WUR erkent dat de overgang naar doelsturing een complexe stelselwijziging vergt. Het rapport pleit voor een gefaseerde invoering waarbij eenvoudige systemen zoals de KringloopWijzer een centrale rol spelen. Toch blijven er fundamentele vragen:

  • Hoe garandeer je dat doelsturing juridisch houdbaar is?
  • Wat gebeurt er met bedrijven die hun doelen niet kunnen halen?
  • Hoe voorkom je fraude en administratieve overlast?

Korte conclusie

Het rapport van de WUR biedt een waardevolle basis voor discussie en beleidsontwikkeling. De nadruk op flexibiliteit voor boeren en het gebruik van KPI’s zoals ammoniakemissies en stikstofoverschotten is een stap in de goede richting. Echter, zonder een oplossing voor vergunningen, monitoring op meerdere niveaus en aandacht voor de regionale impact van ammoniak, blijft het voorstel onvolledig. Kortom, een plan moet ook praktijk-bestendig zijn.

Stikstofinfo.net blijft kritisch en werkt met tientallen experts en organisatie uit het veld aan een eigen concept plan dat rekening houdt met deze nuances. We nodigen beleidsmakers en boeren uit om met elkaar in gesprek te gaan en gezamenlijk tot een haalbare oplossing te komen.