In eerdere artikelen (link1 en link2) hebben we de opzet, financiële implicaties en de eerste resultaten van de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijlocaties (Lbv) en de Lbv-plus besproken. Met de meest recente cijfers, bijgewerkt tot 14 februari 2025, en aanvullende inzichten uit het parlementaire debat van 20 februari 2025, kunnen we nu een nog completer beeld schetsen van de voortgang, regionale spreiding en de daadwerkelijke impact van deze regelingen. De eenvoudigste conclusie: deze landelijke regeling is duur, niet effectief (voor de natuur) en veel en veel te kostbaar.
Huidige stand van zaken
Tot de peildatum van 14 februari 2025 zijn er in totaal 1.587 aanvragen ingediend voor zowel de Lbv- als de Lbv-plus-regeling. Hiervan betreffen 666 aanvragen de Lbv en 921 de Lbv-plus. De sectorale verdeling is als volgt:
- Varkenshouderij: 574 aanvragen
- Pluimveehouderij: 245 aanvragen
- Melkveehouderij: 449 aanvragen
- Vleeskalverhouderij: 212 aanvragen
- Meerdere diersoorten: 107 aanvragen
Van de 921 Lbv-plus-aanvragen zijn er 766 toegekend, 48 afgewezen en wachten 107 veehouders nog op een beslissing. Opvallend is dat 118 veehouders hun aanvraag hebben ingetrokken, voornamelijk door niet binnen de gestelde termijn van zes maanden te reageren.
Voor de Lbv-regeling zijn van de 666 aanvragen er 587 toegekend, 78 afgewezen en wacht nog één veehouder op een beslissing. Hier hebben 89 veehouders hun aanvraag laten vervallen of ingetrokken.
Regionale spreiding
De meeste aanvragen komen uit gemeenten in en rondom het Peelgebied in Noord-Brabant en Midden-Limburg, evenals de Veluwe. Gemeente Venray voert de lijst aan met 72 aanvragen, gevolgd door Ede met 71 en Barneveld met 66 aanvragen. Deze concentratie suggereert dat veehouders in deze regio’s actiever deelnemen aan de regelingen, mogelijk vanwege de nabijheid tot overbelaste Natura 2000-gebieden.
Werkelijke impact op de stikstofreductie
Tijdens een debat in de Tweede Kamer vroeg Pieter Grinwis (ChristenUnie) aan de minister om een update over de stoppersregelingen. Minister Wiersma gaf aan dat de voorlopige inschatting is dat de Lbv en Lbv-plus samen ongeveer 32 mol per hectare aan stikstofreductie zullen opleveren. Dit is een stuk lager dan de 100 mol per hectare die oud-minister Van der Wal destijds als doel had gesteld.
Uit de peildatum van 6 februari blijkt dat de regelingen de komende jaren zullen leiden tot een aanzienlijke krimp in de veestapel:
- Melkvee: 69.000 dieren verdwijnen
- Pluimvee: 9,3 miljoen dieren verdwijnen
- Varkens: 1,3 miljoen dieren verdwijnen
- Vleeskalveren: 115.000 dieren verdwijnen
Deze cijfers zijn nog niet definitief, aangezien veel boeren nog midden in het traject zitten. De stikstofwinst kan dus de komende maanden nog oplopen, maar of de beoogde 100 mol ooit gehaald zal worden, blijft onzeker.
Conclusie en vraagtekens
De recente cijfers laten zien dat de Lbv- en Lbv-plus-regelingen een aanzienlijke impact hebben op het aantal veehouders en dieren in Nederland. Tegelijkertijd blijft de vraag open of de forse publieke investering (ruim €2,9 miljard) opweegt tegen de daadwerkelijke stikstofreductie. De huidige inschatting van 32 mol per hectare is aanzienlijk lager dan de oorspronkelijke verwachting van 100 mol en is waarschijnlijk gewoonweg onmogelijk.
De komende maanden zullen uitwijzen hoe groot de uiteindelijke impact zal zijn. Echter, gezien de hoge kosten en de relatief beperkte milieuwinst tot nu toe, blijft het noodzakelijk om kritisch te blijven kijken naar de effectiviteit van dit soort generieke stoppersregelingen. Wellicht is een gerichtere aanpak rond specifieke probleemgebieden effectiever dan deze brede, landelijke uitkoopstrategie.

Geef een reactie op Weer een uitkoopregeling voor stikstof: duur, traag en weinig effectief. Ook aldus Erisman (RL), Runhaar (UU) en Boezeman (PBL) – StikstofInfo.net – Alles over Ammoniak en stikstofverbindingen Reactie annuleren