“The computer says no” – Waarom Groningen zijn toekomst terug moet pakken (20-maart-2025).

Op woensdagavond 20 maart sprak technologisch ondernemer en stikstofexpert Wouter de Heij in de Statenzaal van het Provinciehuis in Groningen. De avond, georganiseerd door de Partij vóór het Noorden, bracht een volle zaal samen met boeren, burgers, bestuurders en media. Wat volgde was geen standaard lezing over stikstof, maar een gloedvol betoog over macht, moed, modellen en maatschappelijke keuzes. De hele opnames staan op Substack.

Een verhaal dat persoonlijk begint

De Heij begon met zijn eigen wortels in Groningen. Zijn grootvader, Klaas Harm Veenma – of “Boy”, zoals hij werd genoemd – werd geboren in 1897, in deze provincie. Zijn vader was beurtschipper, en Boy groeide letterlijk op aan boord van een schip. Dankzij de steun van een herenboer kon hij werktuigbouwkunde studeren, iets wat in die tijd bepaald geen vanzelfsprekendheid was. Uiteindelijk vertrok hij naar Limburg, naar het Stikstofbindingsbedrijf in Geleen.

Het verhaal van zijn grootvader is exemplarisch voor de geschiedenis van Groningen: een regio die altijd heeft gegeven – arbeid, voedsel, energie – maar daar zelden iets tastbaars voor terugzag. Wat begon bij de Graanrepubliek, herhaalde zich met de gaswinning. Vijftien miljard euro per jaar werd er verdiend door Den Haag in de hoogtijdagen. Groningen had het Dubai van Nederland kunnen worden. Maar dat gebeurde niet.

“Wat kreeg Groningen? Scheuren in de huizen. Bureaucratie. The computer says no.”

Volgens De Heij is het probleem niet dat Groningen arm of kansloos is. Het probleem is dat Den Haag keer op keer kansen ontnam en de opbrengsten afroomde. Zelfs nu er nog miljarden in de grond zitten, wordt het gasveld simpelweg dichtgegooid. “Alsof dat de ereschuld wist,” zei hij scherp.

En ondertussen bloeit de stad Groningen, maar loopt het platteland leeg. Dezelfde leegloop als honderd jaar geleden, dezelfde scheve verhoudingen tussen een rijke bovenlaag en een achtergesteld buitengebied. En nu komt daar stikstof bovenop.

Stikstof en het model-denken

Wouter de Heij werd uitgenodigd vanwege zijn technische en wetenschappelijke achtergrond in het stikstofdossier. In het tweede deel van zijn lezing legde hij uit waarom het huidige stikstofbeleid, dat vrijwel volledig rust op het rekenmodel AERIUS, niet werkt. AERIUS is in feite een mooie grafische schil rond een verouderd model genaamd OPS, ontwikkeld in de jaren negentig, toen onze kennis van atmosferische processen nog beperkt was.

“Een model is een hamer. In handen van een vakman een prachtig hulpmiddel. Maar laat een hamer nooit alleen werken.”

De kern van zijn betoog: een model mag nooit het beleid bepalen. Je begint met waarnemingen, met feiten. En dan kijk je of het model aansluit. Maar in Nederland is het precies andersom geworden. We vertrouwen op modellen die niet getoetst zijn aan de realiteit. Dat is wetenschappelijk onverantwoord én bestuurlijk gevaarlijk.

De ammoniakmetingen in Nederland – via MAN en LML – laten afwijkingen zien van rond de 30%. De natte depositie wordt overschat met zo’n 60 mol per hectare. En dan nog de bizarre modelcorrectie waarbij RIVM ‘ammoniak uit zee’ verzint om het verschil tussen model en werkelijkheid te dichten.

“We zitten gevangen in SimCity-beleid. Mooie plaatjes. Geen realiteit. En ondertussen gebruiken juristen het alsof het absolute waarheid is.”

Volgens De Heij is het ethisch onverantwoord om vergunningen te weigeren op basis van zulke onnauwkeurige modellen. De wetenschappelijke basis ontbreekt, en toch wordt AERIUS als heilig verklaard. Dat leidt tot menselijke drama’s. Boeren stoppen, bedrijven vallen om, vissers zijn gestopt “om niks”, en zelfs de chemische industrie haakt nu af.

“Wat er nu gebeurt is vergelijkbaar met de mijnsluitingen. Alleen nu zonder plan, zonder toekomstvisie.”

Hoe dan wél? Praktisch en gebiedsgericht

In het derde deel van zijn lezing kwam De Heij met concrete voorstellen. Niet afbreken, maar verbeteren. Niet nationaal nivelleren, maar lokaal handelen.

Echte oplossingen beginnen met gebiedsgericht beleid. Volgens De Heij blijft ammoniak vooral dichtbij de bron. De invloed op verre natuurgebieden is minimaal. Dat betekent: pak de zones van 250 tot 500 meter rond Natura 2000-gebieden aan. Dáár moeten emissies omlaag, met technieken, innovatie en maatwerk. In sommige regio’s – zoals de Peel of de Gelderse Vallei – is extra aandacht nodig, maar niet in heel Nederland.

En Groningen?

“Groningen heeft geen stikstofprobleem. Dus laat het hier dan ook niet alles blokkeren. Als u al iets wilt doen, doe het dan uit solidariteit. Maar niet omdat AERIUS dat zegt.”

Daarbij sprak hij zich uit tegen doelsturing op bedrijfsniveau. KPI’s, sensoren, cameratoezicht – dat is niet de weg. Hij waarschuwde voor een “Stasi-achtige controlemaatschappij”, waarin wantrouwen de standaard is.

“Nederland was ooit een high-trust society. Mensen deugden. We werkten samen. Maar nu verdwijnt dat onder een berg regels en achterdocht.”

Volgens De Heij wordt alles teruggebracht tot modellen, normen en juridische afvinklijstjes. De menselijke maat is zoek. En erger nog: het vertrouwen in de werkers, ondernemers en doeners is verdampt.

Hoop, lef en trots

De afsluiting was scherp, maar ook persoonlijk. Wouter riep de lokale en provinciale politiek op om niet langer te wachten op Den Haag. Wacht niet op een besluit van boven. Gebruik je gezond verstand, je kennis van de regio, en je moed om dingen anders te doen.

“Hoop, lef en trots. Dat stond boven het regeerakkoord. Misschien tijd om daar eens aan te gaan voldoen.”

Hij sloot af met een knipoog: “Misschien was mijn bijdrage vanavond vooral cabaret. Maar ik hoop dat u er iets van meeneemt. Ik blijf nog even hangen. Tot straks.”

Reacties en nabespreking

Na afloop werd er druk nagepraat. Boeren voelden zich gehoord. Bestuurders bleven achter met stevige vragen. Eén aanwezige verwoordde het krachtig in de Telegramgroep:

“We moeten een samenleving hebben die draait op doeners, de praktijk, niet de theorie. De menselijke maat moet terugkomen.”

En misschien is dat precies waar stikstofbeleid weer moet beginnen: bij de praktijk, bij het vertrouwen, bij de mens.